streng

streng¹{{/term}}

〈de〉

1 [bundel draden] écheveau 〈m.〉

2 [bundel haar] torsade 〈v.〉

3 [m.b.t. ruggenmerg, zenuwbundel] cordon 〈m.〉

♦voorbeelden:

¶   een streng knoflook • une tresse d'ails

————————

streng²{{/term}}

〈bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉

1 [m.b.t. het weer] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 rigoureux 〈v.: rigoureuse〉

2 [strak, hard] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 sévère; 〈bijwoord〉 sévèrement

3 [zorgvuldig, nauwgezet] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 strict; 〈bijwoord〉 strictement

♦voorbeelden:

1   het vriest streng • il gèle à pierre fendre

2   een strenge maatregel • une mesure sévère

     de strenge schoonheid van romaanse kerken • l'austère beauté des églises romanes

     strenge zeden • moeurs austères

     streng orthodox • d'une orthodoxie rigoureuse

     streng verboden toegang • entrée strictement interdite

     〈zelfstandig〉 dat is ten strengste verboden • c'est formellement interdit

3   een gevangene streng bewaken • surveiller étroitement un prisonnier

     iets streng naleven • observer qc. à la lettre

Deens-Russisch woordenboek. 2015.